Is het nodig om kinderen altijd het hoogst mogelijke onderwijs te laten volgen? Die vraag stelt het Centraal Planbureau (CPB) in De sociale staat van Nederland 2015.
‘De opdracht aan het onderwijs om het beste uit jongeren te halen en talenten van jongeren optimaal te ontwikkelen, lijkt soms gelijkgesteld te worden aan en beperkt te worden tot het behalen van een hoog opleidingsniveau. Het beste halen uit jongeren en brede talentontwikkeling is even goed te realiseren op lager en middelbaar niveau’, zo staat in het rapport.
Een hoog onderwijsniveau is niet voor iedereen weggelegd, zo benadrukt het CPB. ‘Hoe loffelijk het streven ook is, ook een zo hoog mogelijke opleiding zal niet altijd de uitkomst zijn. Er zullen altijd jongeren zijn die bewust kiezen voor een vak of beroep waarin hun talenten tot hun recht komen en dat zij met plezier en passie uitoefenen, maar dat niet per se op het voor hen hoogst haalbare opleidingsniveau ligt.’
Het CPB stelt dat het tot de centrale opdracht van het onderwijs behoort ‘om jongeren optimaal toe te rusten en voor te bereiden op de toekomst door hen te kwalificeren, door bij te dragen aan hun persoonsvorming en hun burgerschapsvaardigheden bij te brengen’. In de context van een complexe en veranderende samenleving is dit volgens het CPB ‘geen eenvoudige opdracht’.