Hoewel in krimpregio Zeeuws-Vlaanderen nauwelijks werk is voor jonge leraren, gaan er maar weinig naar Vlaanderen waar de scholen staan te springen om personeel. Dat heeft te maken met hun honkvastheid, maar ook met veel papierwerk en reiskosten die niet worden vergoed.
In de Volkskrant komt de 22-jarige Samantha Burm aan het woord. Zij koos ervoor om tijdens haar studie aan de pabo van de Hogeschool Zeeland haar stage te doen op de openbare kleuter- en lagere school De Kleurenboom in Ekeren. Deze school valt onder het Stedelijk Onderwijs in Antwerpen. Na haar stage kon ze daar blijven en Burm besloot om in Ekeren te gaan wonen. Ze kent maar weinig Nederlandse leerkrachten die haar voorbeeld willen volgen.
‘De mensen die ik ken in Zeeuws-Vlaanderen, die willen blijven waar ze zijn opgegroeid. Ze willen niet weg uit hun vertrouwde omgeving. Ze gaan misschien in Breda studeren maar daarna keren ze terug. Dat is misschien de grootste hindernis: de angst voor het onbekende’, aldus Burm.
Ook andere factoren kunnen een hindernis zijn, zoals het papierwerk dat samenhangt met de overstap naar het Vlaamse onderwijs. Bovendien vinden jonge Nederlandse leraren de reiskosten te hoog. Scholen in Vlaanderen vergoeden slechts reiskosten op basis van openbaar vervoer. Voor leraren uit Zeeuws-Vlaanderen is dat geen optie.
Burm is in Vlaanderen gaan wonen, zodat ze niet meer twee uur per dag in de auto hoeft te zitten. In het weekend ziet ze haar familie en vrienden in Terneuzen.
Scholen in met name Antwerpen en Gent hebben veel nieuw personeel nodig. Alleen al in Antwerpen heeft het primair onderwijs de komende jaren 3500 nieuwe leerkrachten nodig.
Magazine School! van VOS/ABB en de Vereniging Openbaar Onderwijs besteedde in 2013 aandacht aan de groeiende personeelstekorten in Vlaanderen en de mogelijkheid voor Nederlandse leerkrachten om daar aan het werk te gaan.