Aanstellingen van vóór de inwerkingtreding van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) per 1 januari 2020 zullen onder de ketenregeling van het arbeidsrecht vallen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft een voorstel naar de Tweede Kamer gestuurd om verschillende wetten aan te passen in verband met de invoering van de Wnra.
Een van de voorgestelde wijzigingen betreft artikel 14 Wnra (overgangsrecht). Voorgesteld wordt om één of meer aanstellingen die voorafgingen aan de aanstelling op grond van artikel 14, eerste lid, Wnra in elk geval mee te tellen bij:
- de vaststelling van het recht op transitievergoeding en de hoogte daarvan in de zin van artikel 7:673 Burgerlijk Wetboek (BW);
- de toepassing van de ketenregeling in de zin van artikel 7:668a BW;
- de berekening van de termijn van opzegging in de zin van 7:672 BW;
- de toepassing van de regeling van de proeftijd in artikel 7:652 BW.
Lees ook het advies Op weg naar één arbeidsrecht voor de gehele onderwijssector.
Aanstelling > arbeidsovereenkomst
Door de Wnra wijzigt de eenzijdige aanstelling van het personeel in het openbaar onderwijs in een arbeidsovereenkomst. Hierdoor zal het personeel in het openbaar onderwijs net zoals het personeel in het bijzonder onderwijs werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst.
Informatie: Onderwijsjuristen, 0348-405250 van 08.30 tot 12.30 uur, onderwijsjuristen@vosabb.nl