Onderwijsminister Dennis Wiersma komt met een wetsvoorstel om inspectietoezicht op informeel onderwijs mogelijk te maken. Dat is volgens hem nodig, omdat nu in bijvoorbeeld salafistische weekendscholen kinderen wordt geleerd dat de democratische rechtsstaat niets voorstelt en/of dat jongens en meisjes ongelijkwaardig zijn.
‘Geen enkel kind mag leren dat de Nederlandse samenleving giftig is, dat je anderen mag discrimineren of dat de wetenschap ook maar een mening is’, benadrukt Wiersma. Bij de meeste informele scholen gaat het volgens hem goed en helpen deze scholen bij de ontwikkeling van jongeren, maar er is volgens de minister ook een kleine kern waar het echt misgaat.
‘Waar je als kind bijvoorbeeld te horen krijgt dat onze rechtsstaat niets voorstelt of jongens en meisjes ongelijkwaardig zijn. Als we hier niets aan doen wordt het goede werk van docenten op onze scholen tenietgedaan. Het is mijn taak als minister om kinderen, leerlingen en docenten te beschermen. Daarom maken we een nieuwe wet, zodat we adequaat kunnen optreden wanneer kinderen worden opgezet tegen de Nederlandse samenleving.’
Wetsvoorstel
Het is de bedoeling van de minister dat ouders en leraren die zich zorgen maken over informeel onderwijs via een onafhankelijk meldpunt hun zorgen kunnen uiten. De Inspectie van het Onderwijs zou de signalen die daar worden opgevangen, kunnen onderzoeken en indien nodig direct kunnen ingrijpen. Daarvoor wordt een juridische definitie van informeel, anti-integratief, antidemocratisch en antirechtstatelijk onderwijs in de wet verankerd. De uitwerking hiervan en het wetsvoorstel stuurt de minister begin volgend jaar naar de Tweede Kamer.
Daarnaast stelt hij voor dat een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) ook verplicht wordt voor mensen die werken binnen het informeel onderwijs. De VOG is al verplicht voor medewerkers binnen het reguliere onderwijs, omdat zij, net als in het informeel onderwijs, met kinderen of kwetsbare groepen werken.