Tot 1 juli 2016 gold op grond van de cao dat binnen een periode van 36 maanden een onbeperkt aantal tijdelijke, elkaar opeenvolgende, arbeidsovereenkomsten met een werknemer overeen gekomen kon worden. Deze situatie is per 1 juli 2016 drastisch gewijzigd: de mogelijkheden om bij cao van de wettelijke ketenbepaling af te wijken zijn sterk ingeperkt.
Op grond van het nieuwe artikel 7:668a BW mogen nog slechts drie opeenvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten met een werknemer gesloten worden. De vierde opeenvolgende arbeidsovereenkomst geldt van rechtswege als aangegaan voor onbepaalde tijd. De keten van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten wordt pas doorbroken wanneer de tussenpozen tussen de arbeidsovereenkomsten meer dan 6 maanden bedragen. Voorts geldt dat de looptijd van de elkaar opeenvolgende arbeidsovereenkomsten niet meer dan 24 maanden mag bedragen. Bij de vaststelling van de genoemde periode van 24 maanden worden de tussenpozen tussen elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten inbegrepen.
De wetgever heeft bepaald dat bij cao in enige mate van de ketenbepaling mag worden afgeweken. Deze uitzondering geldt alleen voor zover de intrinsieke aard van de bedrijfsvoering deze verlenging of verhoging vereist.
CAO PO 2016-2017 en de ketenbepaling
De wijziging van de ketenregeling vraagt van het onderwijs een heel andere benadering en werkwijze rondom de invulling van vervanging. De cao-partijen bij de CAO PO hebben de gevolgen van nieuwe wettelijke ketenbepaling voor de sector willen verzachten. Hiertoe zijn de volgende maatregelen genomen:
- Oprekken wettelijke ketenbepaling voor vervangingsbetrekkingen. Voor wat betreft de keten voor vervangingsbetrekkingen is in de CAO PO een verruiming overeengekomen van het maximumaantal toegestane tijdelijke contracten van 3 naar 6, waarbij de maximale looptijd van de contracten (inclusief tussenpozen) geen 24 maar 36 maanden mag bedragen.
- Nieuwe contractvormen. Naast de oprekking van de ketenbepaling voor vervangingsbetrekkingen zijn nieuwe contractvormen mogelijk gemaakt, die mede moeten bijdragen aan een oplossing voor de gerezen vervangingsproblematiek. Het gaat hier om de volgende contractvormen:
– algemene vervangingsbenoemingen of -aanstellingen voor bepaalde of onbepaalde tijd, niet gekoppeld aan een met naam genoemde afwezige;
– Min/max-contract;
– Bindingscontract.