PvdA-fractieleider in de Tweede Kamer en lijsttrekker Lodewijk Asscher kent veel voorbeelden van misbruik van de vrijheid van onderwijs. Daarom moet wat hem betreft artikel 23 van de Grondwet op de schop. Hij heeft daartoe een wetsvoorstel opgesteld.
‘Er zijn scholen die vinden dat mannen en vrouwen niet gelijk zijn. Die weigeren les te geven in burgerschap. Die op basis van orthodox religieuze opvattingen een ideologie willen opdringen of de democratische rechtsstaat in twijfel trekken. Die kinderen weigeren omdat ze moeilijk kunnen leren of van wie de ouders niet zoveel te besteden hebben’, aldus Asscher. Voor hem valt ook het afwijzen van homoseksualiteit door sommige scholen voor bijzonder onderwijs onder misbruik van artikel 23.
In het wetsvoorstel van Asscher staat dat in artikel 23 expliciet moet komen te staan dat elk kind recht heeft onderwijs. Ook moet wat hem betreft het grondwetsartikel veel meer worden toegespitst op kansengelijkheid. Bovendien moet erin komen te staan dat scholen kinderen de ruimte moeten geven om zichzelf te ontplooien en dat scholen kennis van en respect voor de democratische rechtsstaat moeten bijbrengen.
Algemene acceptatieplicht
Verder zou in de wet moeten worden opgenomen dat het bijzonder onderwijs ‘op gelijke voet toegankelijk is voor alle
kinderen die de grondslag van de onderwijsinstelling respecteren’. Met andere woorden: in het wetsvoorstel van Asscher staat dat algemene acceptatieplicht bij wet moet worden geregeld. Dan zouden scholen voor bijzonder onderwijs geen leerlingen meer mogen weigeren op grond van levensbeschouwing of levenswijze, zoals ze dat nu nog wel kunnen doen met de Grondwet in de hand.
Openbare scholen staan per definitie open voor iedereen – leerlingen én personeelsleden – niet ongeacht maar hoogachtend ieders levensovertuiging of levenswijze. Hierbij gaan de openbare scholen uit van de kernwaarden gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting.