De Tweede Kamer heeft in ruime meerderheid het wetsvoorstel van onderwijsminister Arie Slob aangenomen om de burgerschapsopdracht van de scholen aan te scherpen.
Het wetsvoorstel van Slob heeft betrekking op het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Het zorgt ervoor dat dat burgerschapsonderwijs ‘meer verplichtend’ wordt. Dat betekent dat de wettelijke regels voorschrijven dat het onderwijs het burgerschap bevordert en waar het burgerschapsonderwijs over moet gaan.
Het wetsvoorstel roept ook een zorgplicht voor scholen in het leven. Scholen moeten ervoor zorgen dat de leraren handelen in overeenstemming met de democratische rechtsstaat. Zij moeten er voor zorgen dat leerlingen op school kunnen oefenen met de omgang met deze waarden.
Het wetsvoorstel kreeg de steun van de regeringsfracties van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie. Vanuit de oppositie stemden SP, PvdA, Henk Krol, GroenLinks, PvdD, 50PLUS, DENK en Femke Merel van Kooten voor. De rechtse oppositiefracties van PVV en Forum voor Democratie stemden tegen het wetsvoorstel, net als de eenmansfractie van Wybren van Haga en de orthodoxe christenen van de SGP.
VOS/ABB vindt het een goede zaak dat burgerschap een prominentere plaats krijgt binnen de scholen. Onderwijs gaat immers veel verder dan alleen kennisoverdracht. Voldoende aandacht voor burgerschap op basis van de kernwaarden gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting is essentieel om onze diverse samenleving in alle opzichten gezond te houden.