Het Wetsvoorstel toekomstbestendig onderwijsaanbod tast op verscheidene punten de autonomie van de schoolbesturen aan. Bovendien bevat het onnodige elementen die in de praktijk belemmerend kunnen zijn. Dit staat in de reactie van VOS/ABB op de internetconsultatie bij dit wetsvoorstel.
VOS/ABB zet ernstige vraagtekens bij het voorgestelde verplichtende karakter van het op overeenstemming gericht overleg (oogo) in de regio. ‘In plaats van het initiatief aan de besturen te laten, wordt er een plicht opgelegd in de wet’, zo schrijft beleidsadviseur en belangenbehartiger Ronald Bloemers van VOS/ABB. Het verplichte oogo veroorzaakt extra bureaucratie. ‘Het geeft vooral druk op de besturen, in hun taakvervulling als schoolbestuur’, aldus Bloemers.
Het verplichte oogo kan volgens hem bovendien botsen met de primaire plicht van de schoolbesturen om voor goed onderwijs voor hun eigen leerlingen te zorgen. Hij wijst erop dat het wetsvoorstel beoogt dat een schoolbestuur in het verplichte oogo bij de planvorming niet mag kijken door de schoolbestuurlijke bril, waartoe het wel statutair en wettelijk verplicht is, maar door de ‘oogo-bril’ ten behoeve van toekomstbestendig onderwijsaanbod in de hele regio.
‘Er kan onmogelijk vanuit worden gegaan dat die twee brillen tegelijkertijd kunnen worden gedragen zonder strijdig te zijn in doel’, benadrukt Bloemers. Het verplichtende aspect is in de ogen van VOS/ABB dan ook ‘ongepast en allerminst wenselijk’.