Het aantal leerlingen dat kiest voor een vervolgopleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is opnieuw gedaald. Dat meldt de MBO Raad op basis van nieuwe aanmeldcijfers.
In 2019 begonnen nog ruim 165.000 leerlingen met een mbo-opleiding, in 2021 waren het er 153.800 en in 2022 nog maar 151.500. Voorzitter Adnan Tekin van de MBO Raad vindt het een zorgelijk trend: ‘Voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken en de krapte op de arbeidsmarkt zijn mbo’ers onmisbaar.’
Hij vreest dat verschillende sectoren vast gaan lopen door een tekort aan personeel. Als voorbeeld noemt hij sectoren die betrokken zijn bij de energietransitie en verduurzaming. ‘Zonder goed opgeleide mbo’ers wordt er geen huis geïsoleerd en geen zonnepaneel aangesloten’, aldus Tekin.
Steeds meer vmbo’ers kiezen na het behalen van hun diploma niet voor het mbo, maar voor de havo om daarna naar het hbo te gaan. Tekin: ‘De druk op jongeren om te gaan voor ‘hoger is beter’ is nog steeds groot. Terwijl het mbo naast het hbo staat, en niet eronder, en je met een mbo-diploma goud in handen hebt.’