Staatssecretaris Dekker heeft weer een bestuurlijke fusie van een samenwerkingsbestuur goedgekeurd die niet voldoet aan de strenge eisen in de Wet fusietoets in het onderwijs. In 2013 deed Dekker dat ook al een keer.
Bij de invoering van de Wet fusietoets in het onderwijs is er een strakke wettelijke eis neergelegd voor de vorming van een samenwerkingsbestuur. Dit is een bestuur met zowel openbare als bijzondere scholen onder zich en zo’n bestuur kan slechts tot stand komen door een fusie, maar dat mag alleen als daardoor een individuele school die met opheffing wordt bedreigd, gered wordt. Een dergelijke fusie moet goedgekeurd worden door de staatssecretaris en de Commissie fusietoets in het onderwijs (CFTO) geeft er eerst nog advies over.
Voor de tweede keer heeft de staatssecretaris nu een fusieaanvraag goedgekeurd, die niet voldeed aan bovenstaande eis, en waarover de CFTO dan ook negatief heeft geadviseerd. De staatssecretaris legt dat advies, net als in 2013, naast zich neer met dezelfde motivatie als toen. Het gaat hem om het waarborgen van een optimale spreiding van onderwijsaanbod in de regio, waarbij de diversiteit en identiteit van de scholen behouden dient te blijven. Zo blijft er keuzevrijheid voor ouders. Na de bewuste fusies vindt er geen vermenging plaats van openbaar en bijzonder onderwijs.
In 2013 ging het om een fusie in het primair onderwijs in Zuid-Limburg, nu gaat het om het samenwerkingsbestuur Stichting Lek en IJssel met 17 basisscholen, die wil fuseren met een eenpitter uit Woerden en een katholiek schoolbestuur uit Nieuwegein met 5 scholen. In beide gevallen is geen sprake van scholen die van de ondergang gered moesten worden.
Deze besluiten van Dekker maken duidelijk dat er wel degelijk mogelijkheden zijn voor de vorming van een samenwerkingsbestuur, ondanks de strenge Wet fusietoets. Wel is de vraag wat de rol van de CFTO nog is, die voorgenomen fusies toetst aan de wettelijke eisen.