Nederlanders onderschrijven vrijwel unaniem het belang van gelijkheid en gelijkwaardigheid in het onderwijs. Ze vinden ook dat alle scholen kinderen moeten leren met verschillen om te gaan. De helft van de mensen vindt bovendien dat alle scholen openbaar zouden moeten zijn. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit voor Humanistiek en de Universiteit van Amsterdam. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door VOS/ABB en de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO).
Van de respondenten vindt 95 procent het wenselijk dat leerlingen op school (van welke signatuur dan ook) leren dat iedereen gelijkwaardig behandeld moet worden – in de samenleving, maar ook in de klas en de school. Het mag voor kinderen niet uitmaken op welke school zij zitten, overal moeten zij vergelijkbare kennis en vaardigheden opdoen ten aanzien van het samenleven in een pluriforme en democratische samenleving. De school wordt gezien als een belangrijke plek waar leerlingen (en leraren) van elkaar kunnen leren over elkaars culturele achtergronden.
Diversiteit
Uit het onderzoek blijkt ook dat de meeste respondenten het niet wenselijk vinden dat scholen de vrijheid hebben om leerlingen in één specifieke religieuze levensbeschouwing in te leiden. Drie op de vier mensen geven aan dat zij interlevensbeschouwelijk onderwijs belangrijk vinden. Ongeveer de helft vindt het ook wenselijk dat leerlingen kunnen uitkomen voor hun eigen geloofsovertuiging en deze op school ook kunnen praktiseren. Dit sluit aan bij de opvatting dat het wenselijk is dat scholen diversiteit tonen en dat leerlingen daarmee leren omgaan. De helft van de respondenten geeft mede in dit kader aan dat alle scholen in Nederland openbaar zouden moeten zijn.
Directeur Hans Teegelbeckers van VOS/ABB benadrukt dat de uitkomsten van het onderzoek laten zien dat we ons moeten blijven inzetten voor een onderwijssysteem waarin diversiteit wordt gewaardeerd en iedereen gelijke kansen heeft op ontwikkeling. ‘Kinderen zouden zo begeleid moeten worden dat ze in staat zijn om in vrijheid hun leven vorm te geven. Het onderzoek onderstreept dat burgers het belangrijk vinden dat we een onderwijssysteem hebben, waarin álle kinderen tot hun recht komen en segregatie, ongelijkheid en polarisatie in welke vorm dan ook worden bestreden.’
Artikel 23
Voorzitter Marco Frijlink van VOO vindt dat het onderzoek aantoont dat het onderwijssysteem onder de loep moet. Hij wijst daarbij specifiek op artikel 23 van de Grondwet. ‘De vrijheid om onderwijs te verzorgen op religieuze leest blijft gebeiteld in artikel 23 van de Grondwet. Het is het enige grondwetsartikel dat de afgelopen decennia consequent in het regeerakkoord staat als artikel dat niet wordt aangepast. Uit dit onderzoek blijkt echter dat wat de Nederlandse samenleving betreft er alle aanleiding is om het systeem grondig onder de loep te nemen.’
Download het onderzoek:
Vrijheid en gelijkheid in het onderwijs in Nederland: Wenselijke uitgangspunten volgens burgers