Het is zinvol om in te zetten op voorschoolse educatie voor peuters met een (taal)achterstand. Dat staat in een brief van staatssecretaris Sander Dekker van OCW aan de Tweede Kamer.
Dekker baseert zich op verschillende onderzoeken. ‘Wanneer ik deze resultaten samen bekijk, concludeer ik dat het ook in de Nederlandse context zinvol is om in te zetten op ve [voorschoolse educatie, red.] voor kinderen met een risico op (taal)achterstand.’ Doelgroepkinderen ontwikkelen zich sneller in voorzieningen die opvang bieden van hoge kwaliteit, en daardoor vermindert hun achterstand’, zo schrijft de staatssecretaris.
In zijn brief staat ook dat de kwaliteit van de voorschoolse educatie nog niet op orde is. Het taalniveau van de pedagogisch medewerkers moet omhoog en er moeten onder andere scherpere eisen worden gesteld aan de certificering van voorschoolse educatie.
Voorschoolse educatie voor elk kind
De bevindingen van Dekker sluiten aan bij een advies van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). In advies dat onlangs werd gepubliceerd, pleit de OESO voor betere professionals in instellingen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Bovendien vindt de OESO dat VVE voor álle kinderen beschikbaar moet zijn.
Dat laatste sluit aan bij wat het kabinet wil. Dat maakte in april bekend dat er in principe voor elk kind voor- en vroegschoolse educatie moet zijn.