Schoolbestuurders en intern toezichthouders met een nevenfunctie moeten daartoe voldoende afstand bewaren om te voorkomen dat er belangenverstrengeling ontstaat. Dat benadrukt staatssecretaris Mariëlle Paul van OCW in antwoord op Kamervragen naar aanleiding van een item van de NOS en Nieuwsuur over schoolbestuurders en intern toezichthouders die privé actief zijn bij commerciële onderwijsadviesbureaus.

De staatssecretaris stelt voorop dat schoolbestuurders en intern toezichthouders boven elke twijfel verheven moeten zijn. ‘Het gaat immers om de ontwikkeling en toekomst van kinderen én om gemeenschapsgeld waar zorgvuldig en doelmatig mee moet worden omgegaan’, aldus Paul. Tegelijkertijd kan een onderwijsbestuurder of intern toezichthouder volgens haar een nevenfunctie hebben. Van belang is dan wel dat de bestuurder of toezichthouder zich houdt aan de geldende wet- en regelgeving.

Burgerlijk Wetboek

Dit betekent volgens haar dat de afstand tussen deze functies voldoende geborgd moet zijn. Daarbij verwijst de staatssecretaris naar het Burgerlijk Wetboek. Daarin staat dat een bestuurder of lid van de raad van toezicht niet deelneemt aan de beraadslaging en besluitvorming als hij/zij daar direct of indirect persoonlijk belang bij heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting of vereniging. In de onderwijswetgeving is neergelegd dat het intern toezicht op de naleving hiervan ziet. ‘Als het intern toezicht deze taak niet naar behoren uitvoert, is er sprake van een overtreding van de wet en kan de Inspectie van het Onderwijs optreden’, aldus de staatssecretaris.

Daar voegt Paul aan toe dat de onderwijswetgeving een verplichting bevat om een code goed bestuur te hanteren. ‘In deze code moet staan hoe integere bedrijfsvoering wordt vormgegeven, waaronder de invulling van voorzieningen om belangenverstrengeling tegen te gaan. Over de samenstelling van de leden van het interne toezicht is in de verschillende onderwijswetten bovendien geregeld dat de samenstelling zodanig moet zijn dat het interne toezicht onafhankelijk van het bestuur kan worden uitgeoefend.’

Wetsvoorstel

Paul noemt het ‘verontrustend dat deze verantwoordelijkheid mogelijk niet voor iedere bestuurder of intern toezichthouder vanzelfsprekend is’. Daarom werkt OCW aan een wetsvoorstel waarin nadere eisen worden gesteld aan het bestuur en intern toezicht. Het streven is dat eind december van dit jaar de internetconsultatie over dit wetsvoorstel begint.

Lees meer…

Deel dit bericht: