Leerlingen zouden in hun schoolcarrière niet één keer, maar vier keer centraal examen moeten doen. Dat betogen lerarenopleider Ton van Haperen en emeritus hoogleraar Jaap Scheerens in een opiniestuk in de Volkskrant.
Zij reageren met hun stuk op het voorstel van voorzitter Henk Hagoort van de VO-raad om leerlingen vanuit het voortgezet onderwijs zonder diploma te laten doorstromen naar het hoger onderwijs. Hagoort wil dat, omdat volgens hem veel leerlingen door de coronajaren leervertraging hebben opgelopen.
Tegenprestatie
Van Haperen en Scheerens pleiten voor het omgekeerde: niet minder examineren, maar juist meer. Ze wijzen vier momenten aan waarop leerlingen een landelijk, centraal examen zouden moeten doen: aan het eind van groep 4 van de basisschool, aan het eind van groep 8, in de derde klas van het voortgezet onderwijs en ten slotte aan het eind van het voortgezet onderwijs, het huidige eindexamen.
Zij willen hiermee de leeropbrengsten onomstreden zichtbaar maken, ook omdat de overheid recent miljarden euro’s extra heeft geïnvesteerd in het onderwijs: 8,5 miljard euro voor het wegwerken van leerachterstanden door corona en nog eens 1,5 miljard voor het dichten van de loonkloof tussen primair en voortgezet onderwijs. ‘Het is volstrekt rationeel om als tegenprestatie van deze uitgavenexplosie een toename in leeropbrengsten te verlangen’, aldus Van Haperen en Scheerens.
Kansen
Met hun idee van meer centrale examens wordt vier keer in de schoolcarrière vanuit een nationaal referentiekader zichtbaar wat de leeropbrengst is. Volgens Van Haperen en Scheerens is dit niet alleen economisch van belang: ‘Dit helpt kinderen. Want het komt voor dat een leerling, niet gezien op school, bij zo’n landelijk gestandaardiseerde toets onverwacht goed presteert. Vier keer centraal examineren is het eerlijke ticket naar succes’.