Het primair onderwijs krijgt vanaf 2016 te maken met een snel oplopend lerarentekort. In het voortgezet onderwijs zal het huidige lerarentekort vanaf 2017 afnemen, maar niet voor de zogenoemde tekortvakken. Dat staat in de Kamerbrief over de onderwijsarbeidsmarkt van minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van OCW.
De arbeidsmarktraming laat zien dat in het primair onderwijs het beeld van oplopende werkloosheid de komende jaren zal veranderen, omdat dan veel oudere leraren met pensioen gaan. Hierdoor zal de vraag naar leraren weer toenemen en zijn de leraren die momenteel moeilijk werk kunnen vinden hard nodig.
De huidige instroom in de pabo’s is volgens Bussemaker en Dekker onvoldoende om aan de toekomstige vraag aan leraren te voldoen. Zonder aanvullende maatregelen zal er vanaf 2016 naar verwachting een lerarentekort ontstaan. Dat begint in de grote steden, omdat daar het aantal leerlingen nog stijgt.
‘Volgens de huidige ramingen is de verwachting dat het tekort in het primair onderwijs, bij ongewijzigd beleid en een gematigd herstel van de economie, oploopt van iets boven 0 in 2015 tot ruim 6500 fte in 2025’, zo staat in de brief. De huidige stijging van de instroom in de pabo’s is nog niet in deze raming verwerkt, waardoor de verwachte tekorten in de raming van volgend jaar waarschijnlijk lager zullen uitvallen.
Voortgezet onderwijs
Voor het voortgezet onderwijs is de verwachting dat het huidige lerarentekort, dat zich vooral voordoet in de exacte vakken en sommige talen, de komende twee à drie jaar nog groeit. Na 2017 worden de knelpunten op landelijk niveau kleiner, omdat dan het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs begint te dalen.
‘Voor tekortvakken bieden de investeringen echter geen soelaas, voor deze vakken is het belangrijk dat er meer leraren opgeleid worden’, aldus Dekker en Bussemaker.