Het is niet alleen onrealistisch, maar ook onverstandig om uitsluitend nog vakdocenten voor gymnastiek te willen inzetten in het basisonderwijs. Dat zeggen de PO-Raad, de onderwijsvakbonden en de Vereniging Hogescholen in een gezamenlijke brief aan de Tweede Kamer, die vandaag debatteert over een VVD-voorstel van die strekking.
Eerder zei VVD-staatssecretaris Sander Dekker al dat het niet haalbaar is om alleen nog vakdocenten gymnastiekles te laten geven op basisscholen. De PO-Raad was daar al eerder tegen om inhoudelijke redenen, en wordt daarin nu gesteund door de vakbonden en de hogescholen.
Zij wijzen er op dat veel groepsleerkrachten de afgelopen jaren juist met subsidie de speciale Leergang Vakbekwaamheid Bewegingsonderwijs hebben gedaan. Dit was nodig omdat het pabo-diploma na 2005 geen bevoegdheid meer geeft voor bewegingsonderwijs. Daarvoor moesten de pabo-afgestudeerden nog een extra opleiding volgen. Uit de een evaluatie van de aanvullende leergang blijkt dat deze een positieve bijdrage levert aan de kwaliteit van de gymles op basisscholen. Bovendien blijken schoolbesturen soms om pedagogische redenen de voorkeur te geven aan een reguliere beroepskracht met brede bevoegdheid boven een vakdocent, zo melden de partijen in de gezamenlijke brief. Ten slotte wijzen zij erop dat het financieren van een vakleerkracht zeker niet budgetneutraal kan gebeuren, zoals de VVD denkt.
De PO-Raad, vakbonden en hogescholen dringen er daarom op aan de huidige werkwijze door te laten gaan, omdat zij ervan overtuigd zijn dat hiermee de kwaliteit van het bewegingsonderwijs voldoende wordt versterkt.