De onderwijsvakbonden willen rechtstreeks met het ministerie van OCW onderhandelen over de onderwijs-cao. De sectorraden PO-Raad en VO-raad hoeven daar dan als vertegenwoordigers van de werkgevers niet meer bij aan te schuiven, zo blijkt uit een gezamenlijke verklaring.
De bonden dringen aan op een ‘stelselwijziging’, waarbij de rol van de werkgeversorganisaties wordt uitgekleed. Alleen op die manier is het volgens de bonden mogelijk om ‘noodzakelijke doorbraken’ te bereiken.
De bonden denken dat dat kan met een centralisering. Ze willen voortaan rechtstreeks met de minister voor primair en voortgezet onderwijs onderhandelen over de primaire arbeidsvoorwaarden. Bovendien willen de bonden dat de onderwijssalarissen uit de lumpsumbekostiging worden gehaald.
Een ander punt dat zij noemen, is dat de schoolbestuurders niet meer een eigen cao mogen hebben en onder de onderwijs-cao moeten komen. Dat zou één cao moeten worden voor het funderend onderwijs (dus primair en voortgezet onderwijs).
‘Eenzijdig voorstel dat niks bijdraagt’
De PO-Raad en VO-raad zien de stelselwijziging die de bonden willen niet zitten. ‘Door de decentralisatie van de arbeidsvoorwaardenonderhandeling te willen terugdraaien en de salarissen bij de rijksoverheid in plaats van de scholen te willen beleggen, lijken zij een enorme administratieve operatie te bepleiten die de sector veel tijd zou kosten. De vraag is welk probleem je daarmee oplost’, zo merkt de PO-Raad op.
De VO-raad spreekt van een ‘eenzijdige voorstel’ van de onderwijsbonden dat ‘niks bijdraagt aan het oplossen van de echte problemen, zoals de hoge werkdruk van leraren en het ervaren gebrek aan professionele ruimte’.