In opdracht van de ministeries van OCW en VWS is onderzoek gedaan naar een betere financiering van zorg in onderwijstijd voor kinderen met complexe problematiek op scholen in het speciaal onderwijs cluster 3 en 4. Uit dit onderzoek komen diverse adviezen naar voren.
OCW en VWS willen een structurele oplossing voor de problemen die ouders, scholen en zorgaanbieders ondervinden. Die problemen spelen vooral op de scheidslijn tussen het collectief ingerichte onderwijs en het op individuele leest geschoeide zorgstelsel. Decentralisaties van zorg en passend onderwijs hebben deze problemen groter gemaakt.
Niet efficiënt
De problemen zijn onder andere zichtbaar op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Zo blijkt het voor ouders namelijk erg ingewikkeld om een individuele indicatie of beschikking te bemachtigen voor de zorg die hun kind onder schooltijd nodig heeft. Ouders en scholen hebben moeilijke gesprekken met elkaar over bekostiging en bemensing van zorg op school. Bovendien hebben scholen te maken met een veelheid aan zorgaanbieders en
zorgverleners die allemaal voor één kind op school komen. Dat is niet efficiënt.
De inefficiëntie komt ook duidelijk naar voren uit het feit dat scholen voor de financiering van zorg en onderwijsondersteuning nu te maken hebben met meerdere (soms tientallen) gemeenten, samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs, zorgkantoren en zorgverzekeraars. Dit maakt het niet of nauwelijks mogelijk om zorg en onderwijs in de school en in de klas goed en integraal te organiseren en
kinderen op het juiste moment de juiste te hulp te bieden.
De ministeries willen daarom de kloof tussen de stelsels dichten met een domeinoverstijgende benadering. Daarbij denken ze aan collectieve financiering van zorg in onderwijstijd. Daarvoor is wel een wetswijziging nodig.
Keuzevrijheid en maatwerk
OCW en VWS gaven opdracht tot een onderzoek naar de huidige situatie en naar mogelijke oplossingsrichtingen. Uit dit onderzoek komen diverse tips en adviezen naar voren. Zo zou de positie en keuzevrijheid van ouders moeten worden gewaarborgd, ook als zij in het collectieve scenario minder directe invloed hebben op het zorgaanbod op school. Er moet ook ruimte blijven voor individueel maatwerk en expertise voor kinderen met specifieke of intensieve zorgvragen. Een ander punt is dat het collectieve scenario niet mag leiden tot een (nieuwe) scheiding tussen zorg op school en zorg thuis. Daar moet altijd een goede verbinding tussen blijven bestaan.
Verder moet bij de verdeling van het budget over scholen rekening worden gehouden met verschillen in zorgzwaarte tussen scholen, groepen en type leerlingen. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van het doelgroepenmodel waarin de totale zorgbehoefte van een klas of locatie wordt bepaald aan de hand van kenmerken van individuele leerlingen. Dit mag echter geen nieuwe administratieve rompslomp met zich meebrengen.
Staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft het onderzoeksrapport naar de Tweede Kamer gestuurd. Uiterlijk in het voorjaar van 2023 komt hij met een beleidsreactie.