Ruim een jaar geleden verlieten ze halsoverkop de oorlog in Oekraïne om hier in veiligheid te kunnen leven. Schakelklassen en soms zelfs compleet nieuwe locaties werden voor ze opgericht. Hoe is het nu met deze Oekraïense leerlingen en hoe blikken scholen terug op de afgelopen periode?
Magazine Naar School ging langs bij de W.A. Scholtenschool in Foxhol (Groningen). Deze openbare basisschool begon ruim een jaar geleden met twee Oekraïneklassen. Inmiddels zitten er 36 Oekraïense leerlingen, verdeeld over drie lokalen. Met het Nederlands van de kinderen gaat het steeds beter, vertelt interim-directeur Heleen Langenbach. ‘We hebben een Armeense onderwijsassistent die ook Oekraïens spreekt. Tijdens de oudergesprekken helpt ze nog met vertalen, maar in de klas is haar input steeds minder nodig.’
In Rotterdam is Nadika Martins-Ruseler interim-directeur van De Gaffel, een nieuw opgerichte school speciaal voor Oekraïense leerlingen waar dit schooljaar 120 leerlingen zijn gestart. ‘Ons doel was om ze binnen een jaar te laten doorstromen naar het regulier basisonderwijs. Daarvoor moeten ze wel Nederlands kunnen spreken. Sinds februari geven we de lessen alleen nog maar in het Nederlands. Met sommigen kon je al snel een echt gesprekje voeren. Bij anderen was dat wat lastiger.’
Directeur Karin Zwiers van de Internationale Schakelklas van het openbare Dr. Nassau College in Assen vertelt dat deze school er in mei honderd Oekraïense leerlingen bij kreeg. ‘Sommige kinderen hebben alles achter moeten laten en kwamen hier met een klein tasje. Laat ons maar mooi hier blijven, denken ze. Voordat het daar is opgebouwd, zijn we jaren verder.’
Maar er zijn ook leerlingen die met één been in Oekraïne staan. ‘Zij gaan overdag hier naar school en volgen daarnaast online lessen in Oekraïne’, zegt Evelien Hoekstra, coördinator leerlingzaken en ondersteuningscoördinator van de ISK in Assen. ‘Daardoor zijn ze overdag vaak moe en niet altijd even gemotiveerd om er hier wat van te maken.’