Het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs krimpt tot het schooljaar 2021-2022 met 8,1 procent. In het primair onderwijs bedraagt de krimp tot dat schooljaar ruim 4 procent. Dit blijkt uit de Referentieraming 2015 van het ministerie van OCW.
In absolute aantallen gaat het in het voortgezet onderwijs om een daling van afgerond 959.300 leerlingen in het huidige schooljaar tot 881.700 in 2021-2022. Dat is een afname met 71.600 leerlingen. Dit schooljaar is er een piek. Het vo telde in het afgelopen schooljaar 2700 minder leerlingen dan nu. Vanaf volgend schooljaar zet de daling in.
Het primair onderwijs ziet het totale aantal leerlingen van nu tot 2021-2022 dalen met 62.100. Nu zijn er in primair onderwijs nog 1.542.200 leerlingen. In 2021-2022 zijn dat er nog maar 1.480.100. Dat komt overeen met een daling met ruim 4 procent.
De daling van het aantal leerlingen in het primair onderwijs is al een aantal jaren gaande. In 2012-2013 had het po nog 1.608.000 leerlingen, 65.800 meer dan nu. Als dat wordt opgeteld bij de afname van nu tot 2021-2022, gaat het om een afname met 127.900 kinderen.