De vier grote steden en Almere (G5) gaan elk op hun eigen manier proberen het lerarentekort te verminderen. Het kabinet stelt daar voor een periode van vier jaar in totaal 116 miljoen euro voor beschikbaar. Dat melden de onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
In de G5 is het lerarentekort groter dan elders. Vooral Amsterdam kampt met een leegloop. In de minder verstedelijkte gebieden rond de G5 is het tekort over het algemeen (veel) kleiner. Daar kan zelfs sprake zijn van een overschot. De G5 gaan nu elk op hun eigen wijze proberen het tij te keren. Ze willen weer leraren aan zich binden.
Amsterdam kiest ervoor alle leraren in het primair onderwijs een salaristoeslag te geven. Leraren op scholen met veel achterstandsproblematiek krijgen de hoogste toeslag. Den Haag en Almere zetten in op bovenschoolse begeleiding van (startende) leraren en investeren ook in meer onderwijsondersteunend personeel en vakleerkrachten. In Rotterdam bepalen de schoolbesturen per school waar het extra geld naartoe gaat. Utrecht kiest voor een intensievere samenwerking tussen de lerarenopleidingen en scholen.
Onbevoegde leraren
Verder is afgesproken dat de scholen in de G5 meer de ruimte krijgen voor een andere dag- en weekindeling. In de brief staat ook dat scholen in de genoemde steden onbevoegde leraren voor de klas mogen zetten als dat vanwege het lerarentekort niet anders kan. Als voorbeeld worden muziek- en tekenleraren genoemd, maar die mogen geen taal-, reken- of bewegingsonderwijs geven.
Het schoolbestuur blijft altijd verantwoordelijkheid voor de bekwaamheid van alle mensen die voor de klas staan en ook voor goede begeleiding. Iedereen moet een verklaring omtrent het gedrag (VOG) kunnen overleggen.
Zij-instromers
In de brief van de ministers staat verder dat er 5 miljoen euro extra gaat naar versterking van de zij-instroom in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Dit betekent dat dit jaar 250 extra zij-instromers subsidie kunnen krijgen. Het kabinet wil het voor mensen van buiten het onderwijs aantrekkelijker maken om leraar te worden.