De snelle uitputting in het eerste aanvraagtijdvak van het STAP-budget laat zien dat er veel interesse is in scholing. Dat melden onderwijsminister Robbert Dijkgraaf en zijn collega Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in een brief aan de Tweede Kamer.
Het STAP-budget (STAP staat voor STimulering Arbeidsmarkt Positie) is een eigen leer- en ontwikkelbudget dat mensen kan motiveren om zich te blijven ontwikkelen en om eigen regie te pakken op hun loopbaan. Het is mogelijk maximaal 1.000 euro te krijgen voor het volgen van een opleiding, training of cursus die in het teken staat van loopbaanontwikkeling. De STAP-subsidie vervangt de mogelijkheid om opleidingskosten van de belasting af te trekken. Dat kan dus niet meer.
Het STAP-budget bedraagt 218 miljoen euro per jaar. De eerste aanvraagperiode begon op 1 maart jongstleden. Aan het einde van de derde dag was het volledige budget voor het eerste aanvraagtijdvak (32 miljoen euro) benut en waren ongeveer 35.000 aanvragen toegekend. ‘Deze snelle uitputting laat zien dat het STAP-budget aan de grote behoefte naar scholing voldoet’, zo staat in de brief van de ministers. De meeste aanvragen kwamen uit de zorg, onder anderen van pedagogisch medewerkers en gastouders.
De tweede aanvraagronde begint op 2 mei. Er is dan opnieuw 32 miljoen euro beschikbaar.