In het nieuwe sponsorconvenant voor het primair en voortgezet onderwijs is meer aandacht voor nieuwe media en digitale technologie. Dat meldt onderwijsminister Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
Het eerste sponsorconvenant dateert van 1997; het vorige liep tot 2018, maar werd verlengd tot eind 2019. Het nieuwe convenant betreft de periode 2020-2022.
Uitgangspunt blijft dat het waardevol kan zijn als bedrijven vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid met scholen samenwerken, mits een aantal regels wordt gehanteerd:
- de samenwerking mag de ontwikkeling van kinderen niet schaden;
- de onderwijsinhoud mag niet worden beïnvloed;
- het uitvoeren van de kernactiviteiten van de school mag niet afhankelijk van sponsoring worden;
- alle betrokkenen bij de school moeten op een zorgvuldige manier met sponsoring omgaan.
In het nieuwe convenant is meer aandacht voor nieuwe media en digitale technologie. Er staat in dat scholen zich bewust moeten zijn van verborgen tegenprestaties die kunnen voortvloeien uit het gebruik van digitale hulpmiddelen, zoals gepersonaliseerde reclame. Het nieuwe convenant verwijst in dit kader naar de privacy van betrokkenen en de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
Transparantie
Het nieuwe convenant beperkt zich niet meer tot bedrijven als sponsors; het benoemt ook sponsoring afkomstig van fondsen en stichtingen. Bovendien is er meer aandacht voor transparantie. Die betreft met name donaties uit landen buiten de Europese Unie.