Leraren en scholen krijgen ’tijd, ruimte en ondersteuning’ om de ideeën van curriculum.nu ’te vertalen naar goed onderwijs dat leerlingen uitdaagt’. Dat meldt onderwijsminister Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
Het is volgens Slob duidelijk dat het huidige curriculum beter moet. Dat is volgens hem nodig om het beter te laten aansluiten ‘op de vraag van de samenleving, de arbeidsmarkt en het onderwijs zelf’. Hierbij noemt hij leerlingen, leraren, schoolleiders en schoolbesturen. Zij geven volgens hem het signaal af ‘dat de aansluiting tussen sectoren en schoolsoorten onvoldoende is’.
De minister benadrukt positief te zijn ‘over de wijze waarop leraren, schoolleiders en een groot aantal andere experts bij het ontwikkelproces (van curriculum.nu) betrokken zijn geweest’. Daarom past hem nu, zo meldt hij, ‘enige terughoudendheid’. Hij houdt voor het vervolgproces vast aan aan het principe van teacher in the lead. ‘Dit proces kan alleen slagen als bij iedere stap het onderwijs nauw wordt betrokken’, aldus Slob.
De komende maanden gaat hij bekijken hoe scholen tijd, ruimte en ondersteuning kunnen krijgen om het vervolgproces van curriculum.nu tot een succes te maken.
AOb: eerst geld erbij!
De Algemene Onderwijsbond heeft kritiek op de aanpak van Slob. AOb-bestuurder Jelmer Evers stelt dat leraren het onderwijs beter willen maken, maar dan wel ‘onder de juiste voorwaarden’. Er moet eerst ‘structureel geïnvesteerd’ worden in het onderwijs, benadrukt hij. Evers verwijst daarbij naar de eerder door de AOb aangekondigde tweedaagse onderwijsstaking in januari.