Het gaat onderwijsminister Arie Slob (ChristenUnie) toch te ver als scholen van ouders een verklaring eisen waarin die expliciet homoseksualiteit moeten afwijzen. In het Tweede Kamerdebat over burgerschapsonderwijs verdedigde de minister nog dergelijke verklaringen, waarmee hij een storm van kritiek over zich afriep.
Het betreft verklaringen die reformatorische scholen van ouders eisen. Slob zei maandag dat dergelijke verklaringen passen binnen de vrijheid van onderwijs, zoals die is vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Dit artikel bepaalt dat scholen hun onderwijs mogen inrichten op basis van hun levensbeschouwelijke uitgangspunten. In dit geval betrof het de stelling dat op basis van Bijbelse waarden zou kunnen worden gesteld dat homoseksualiteit niet acceptabel zou zijn.
De minister zei in het Kamerdebat echter ook dat alle scholen verantwoordelijk zijn voor een veilig klimaat voor alle leerlingen. In de Tweede Kamer klonk felle kritiek, omdat het ene niet te combineren is met het andere: het is niet mogelijk om te zorgen voor een veilig schoolklimaat als ouders van leerlingen in een verklaring homoseksualiteit moeten afwijzen.
Motie tegen Slob
Oppositiepartij SP diende mede namens de PvdA en GroenLinks en regeringspartij D66 een motie in om een einde te maken aan verklaringen van scholen die homoseksualiteit afwijzen. In de motie staat dat dergelijke verklaringen volstrekt onacceptabel zijn en haaks staan op de burgerschapsopdracht die scholen hebben. Een ruime meerderheid steunt de motie, ook coalitiepartner VVD.
Fractievoorzitter Gert-Jan Segers van de ChristenUnie – de partij van Slob – laat in een verklaring weten dat er geen sprake van kan zijn ‘dat iemand vanwege zijn homoseksuele identiteit wordt afgewezen of dat ouders gevraagd worden een verklaring te ondertekenen die die identiteit afwijst’. Segers stelt artikel 1, dat discriminatie afwijst, boven artikel 23 over de vrijheid van onderwijs: ‘De wet (…) is duidelijk: géén discriminatie. Daar mogen we nooit een centimeter op toegeven.’
Wet aanpassen
Slob kwam dinsdag op de kwestie terug. Hij zei na een overleg met een aantal collega-ministers dat het niet acceptabel is als scholen ouders vragen om homoseksualiteit af te wijzen. Het kan en mag niet zo zijn, zo benadrukte hij, dat scholen de seksuele geaardheid van leerlingen afwijzen. Hij zei ook expliciet te erkennen dat afwijzen van homo’s in strijd is met zijn eigen wetsvoorstel voor de aanscherping van de burgerschapsopdracht aan de scholen.
Als bepaalde scholen antihomoseksuele verklaringen blijven eisen van ouders, dan zal Slob kijken ‘hoe zich dat verhoudt met onze wetgeving’. Wat Slob betreft zou de wet kunnen worden aangepast om dergelijke praktijken te verbieden.
Standpunt VOS/ABB
Het kan niet zo zijn, benadrukt VOS/ABB, dat een onderwijsminister nota bene met de Grondwet in de hand uitsluiting van homoseksuelen verdedigt. Maar het is positief dat Slob inziet dat hij met de woorden die hij in de Tweede Kamer sprak een volstrekt verkeerd signaal heeft afgegeven en dat afwijzen van iemands geaardheid absoluut niet kan. VOS/ABB benadrukt dat dit overigens niet alleen leerlingen en hun ouders aangaat, maar ook leraren en andere personeelsleden.
Openbare scholen zijn algemeen toegankelijk. Dit betekent dat elke leerling en ook elk personeelslid er welkom is, met eerbiediging van onder meer zijn of haar seksuele geaardheid. Het inclusieve karakter van het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs komt tot uiting in de kernwaarden gelijkwaardigheid, vrijheid en ontmoeting.