De SGP vindt dat overblijfouders van kleine basisscholen op het platteland geen Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hoeven te hebben. Dit staat in een reddingsplan voor kleine scholen van de staatkundig gereformeerden.
SGP-Tweede Kamerlid Roelof Bisschop noemt het ‘merkwaardig’ dat overblijfmedewerkers van kleine dorpsscholen een VOG moeten hebben. Volgens hem kent iedereen in een dorp elkaar goed en zijn het vrijwel altijd ouders die doorgaans op hun eigen kinderen en hun vriendjes passen.
VOG verplicht in onderwijs
De VOG is in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs verplicht voor onder leraren, (adjunct-)directieleden, (con-)rectoren en onderwijsondersteunende functionarissen, externe leraren (bijvoorbeeld gedetacheerd of werkzaam via een uitzendbureau), externe (adjunct-)directieleden, LIO-stagiaires (leerovereenkomst of leerarbeidsovereenkomst), conciërges en schoonmaakpersoneel (eventueel extern ingehuurd) en dus ook voor overblijfmedewerkers.
Een VOG is een verklaring waaruit blijkt dat het gedrag van iemand in het verleden geen bezwaar vormt voor het vervullen van een specifieke taak of functie. In het onderwijs is een VOG verplicht vanwege de kwetsbare positie van kinderen. Het betreft hier onder andere het risico van (seksueel) misbruik.