De Amersfoortse schoolbesturen gaan intensief met elkaar samenwerken op het gebied van gebouwenonderhoud. Zij krijgen het geld dat de gemeente daarvoor van het Rijk ontvangt en beslissen met elkaar waaraan ze dat geld besteden.
De Amersfoortse Courant schrijft dat in Amersfoort twee coöperaties van schoolbesturen voor respectievelijk primair en voortgezet onderwijs worden opgericht om samen te besluiten welke schoolgebouwen aan onderhoud toe zijn.
Twee geldstromen voor gebouwenonderhoud
De krant sprak onder anderen met rector Harko Boswijk van openbare scholengemeenschap ’t Atrium. Hij voerde namens het Amersfoortse onderwijs het overleg met de gemeente over de nieuwe werkwijze. Volgens hem is het inefficiënt dat er nu twee geldstromen zijn voor onderhoud, namelijk bij de gemeente en bij de schoolbesturen.
Onderwijswethouder Bertien Houwing (D66) is blij met de nieuwe werkwijze, omdat die volgens haar efficiënter is. ‘Nu komen beide geldstromen samen in een coöperatie, waardoor er geen dubbel werk wordt gedaan. En dus kan geld worden overgehouden’, aldus de wethouder.
Het is nog niet zeker of de nieuwe werkwijze in Amersfoort vanaf 1 januari realiteit zal zijn. Op 24 oktober spreekt de gemeenteraad erover. Op 21 november valt er een besluit.
Bredase model
De Amersfoortse werkwijze is niet nieuw. In Breda is al in 2008 de coöperatieve vereniging Building Breda voor het voortgezet onderwijs opgericht, in 2014 gevolgd door BreedSaam voor het primair onderwijs.
In deze coöperaties werken de schoolbesturen met elkaar samen op gebied van onderwijshuisvesting. Het geld daarvoor krijgen ze van de gemeente. Deze werkwijze staat bekend als het Bredase model.
In 2013 heeft VOS/ABB een artikel over het Bredase model gepubliceerd:
Scholenbouw in stroomversnelling dankzij doordecentralisatie