Staatssecretaris Mariëlle Paul van OCW benadrukt in antwoord op Kamervragen dat scholen meer moeten doen om het aantal thuiszitters te beperken. Tegelijkertijd kondigt het kabinet forse bezuinigingen aan op het tegengaan van verzuim en de begeleiding van kinderen die zonder onderwijs thuiszitten.
Tweede Kamerlid Arend Kisteman van de VVD had vragen gesteld naar aanleiding van de special Tien jaar Passend Onderwijs: hogere kosten en meer thuiszitters van het Financieele Dagblad. Daarin staat dat het aantal kinderen dat zonder onderwijs thuiszit sinds de invoering van passend onderwijs fors is gestegen. In het schooljaar 2022-2023 waren het er officieel 13.700. Het werkelijke aantal is volgens Ingrado, de vereniging van leerplichtambtenaren, waarschijnlijk veel hoger, omdat OCW kinderen die met goedkeuring thuiszitten niet meetelt.
Op de vraag van Kistemaker of de staatssecretaris het onacceptabel vindt dat steeds meer kinderen zonder onderwijs thuiszitten, antwoordt de staatsecretaris dat zij dat schrijnend vindt. Ze benadrukt vervolgens hoe belangrijk het is dat elk kind de ondersteuning kan krijgen die het nodig heeft. Daarbij wijst zij naar de scholen, die volgens haar op dit vlak veel meer moeten gaan doen.
De antwoorden van de staatssecretaris zijn, eufemistisch uitgedrukt, nogal opmerkelijk, omdat het kabinet forse bezuinigingen op het tegengaan van verzuim en de begeleiding van thuiszitters heeft aangekondigd. De scholen worden dus geacht om met minder geld meer te gaan doen.