Onder andere scholen kunnen ervoor zorgen dat er meer gelijkwaardig contact komt tussen mensen met en zonder beperking. Dat kan bijvoorbeeld met projecten over het belang van de inclusieve samenleving, zo staat in het rapport Lang niet toegankelijk van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Het rapport staat mede in het teken van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat vijf jaar geleden in ons land in werking trad. Daarin staat dat mensen met een beperking het recht hebben om gelijkwaardig deel te nemen aan de samenleving.
‘Dat ook mensen met een beperking recht hebben op een toegankelijke samenleving, zou eigenlijk vanzelfsprekend moeten zijn. Evengoed als van anderen, wordt van hen tenslotte ook verwacht dat zij zelfredzaam zijn en bijdragen. Dat kan alleen als de samenleving dit ook mogelijk maakt’, zo staat in het voorwoord. Het SCP vroeg mensen met een beperking naar hun ‘ervaringen als spiegel van de samenleving’.
Meer ontmoeting
Een van de punten die aan bod komen, is het onderwijs. Dat leidt er nog onvoldoende toe dat kinderen en jongeren met en zonder beperking elkaar kunnen ontmoeten. ‘De Wet passend onderwijs, die ook tot doel heeft desegregatie te bevorderen, heeft vooralsnog geen afname van deelnemers aan het speciaal onderwijs tot gevolg gehad; nog 70.000 kinderen volgen speciaal onderwijs. Hoewel speciaal onderwijs ook voordelen heeft, wordt zowel kinderen met als zonder beperking (en hun ouders) hierdoor de kans onthouden om vertrouwd te raken met elkaar.’
Het SCP schrijft verder dat onder andere scholen bewustwording van het belang van gelijkwaardigheid en ontmoeting kunnen bevorderen met projecten die zijn gericht op de inclusieve samenleving.
VOS/ABB is een van de initiatiefnemers van de beweging Naar inclusiever onderwijs. Deze beweging is erop gericht om kinderen en jongeren met en zonder beperking zoveel mogelijk naar dezelfde school te laten gaan.