Sander Dekker zegt dat hij zich als staatssecretaris van OCW niet kan bemoeien met de gedecentraliseerde besprekingen over een nieuwe cao voor het voortgezet onderwijs. Het is aan de werkgevers, zo benadrukt hij, om te bepalen wat zij doen met de kabinetsbijdrage voor de loonbijstelling.
De D66-Tweede Kamerleden Paul van Meenen en Steven van Weyenberg wilden van Dekker weten met welk percentage de salarissen in het voortgezet onderwijs gemiddeld zouden kunnen stijgen als de loonbijstelling daarvoor volledig zou worden benut. Hun vragen volgden op het bericht dat de cao-besprekingen waren gestrand op een ‘wonderlijk laag loonbod’ van de VO-raad.
Dekker maakt duidelijk dat Van Meenen en Van Weyenberg bij hem aan het verkeerde adres zijn: ‘De arbeidsvoorwaarden in het onderwijs zijn gedecentraliseerd. Dat betekent dat het aan de werkgevers is om te bepalen op welke wijze de kabinetsbijdrage wordt ingezet voor de arbeidsvoorwaarden. In het voortgezet onderwijs maakt de VO-raad namens de werkgevers met de vakbonden over onder meer de salarissen afspraken in de cao. Ik ben hierin geen partij’, aldus de staatssecretaris.