Het ministerie van OCW heeft de doelen van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) onvoldoende duidelijk gemaakt. Daardoor is het niet mogelijk te beoordelen of deze miljardeninvestering het gewenste effect heeft. Dat meldt de Algemene Rekenkamer op grond van het verantwoordingsonderzoek naar de bestedingen van het ministerie van OCW.
‘We vinden het zorgelijk dat miljarden aan publiek geld worden uitgegeven aan een programma waarbij het behalen van de doelen nooit beoordeeld zal kunnen worden’, zo meldt de Algemene Rekenkamer. De minister van OCW krijgt het dringende advies om bij toekomstige investeringen duidelijke doelen met meetbare indicatoren op te stellen.
Inzet NPO-geld
De Algemene Rekenkamer is ook buitengewoon kritisch over de aanvankelijke problemen bij de inzet van het NPO-geld. ‘Als eerste heeft de minister in 2021 de indruk gewekt dat scholen het geld binnen 2,5 jaar moesten uitgeven. Maar scholen mogen volgens de wet zelf beslissen hoe en wanneer ze het geld van de aanvullende bekostiging uitgeven. Er zijn scholen die het geld liever over een langere periode hadden uitgegeven zodat ze het geld naar hun mening beter hadden kunnen besteden’, zo staat in het verantwoordingsrapport. In februari van dit jaar besloot onderwijsminister Dennis Wiersma om het NPO met twee jaar te verlengen.
Daarnaast wijst de Algemene Rekenkamer erop dat scholen last hebben van het lerarentekort. Daardoor is het met name voor scholen met veel achterstandsleerlingen moeilijk om extra leraren aan te nemen voor het wegwerken van de leervertragingen die in de coronacrisis zijn ontstaan.
Ontoereikende controle
Scholen kregen niet alleen aanvullende bekostiging, ze konden ook subsidies aanvragen. De minister moet controleren of scholen het subsidiegeld volgens de regels uitgeven om misbruik en oneigenlijk gebruik tegen te gaan, maar die controle was volgens de Algemene Rekenkamer in 2021 bij sommige subsidies ontoereikend. ‘Dat geldt onder andere voor twee omvangrijke subsidieregelingen van het NPO. Van 691 miljoen euro is onzeker of de scholen dit volgens de regels hebben uitgegeven’, aldus de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsrapport.