‘Scholen hebben de ruimte om eigen inhoudelijke afwegingen te maken en worden niet gedwongen onderwijs te verzorgen dat indruist tegen de eigen identiteit.’ Daarmee reageert onderwijsminister Arie Slob op het ontslag van een docent van het reformatorische Driestar College in Gouda, die besloot een theatervoorstelling te maken over het feit dat hij niet meer gokverslaafd is.
De ChristenUnie-minister noemt het in antwoord op Kamervragen van SP’er Peter Kwint ‘verdrietig’ en ‘spijtig’ dat de docent door het bestuur van het Driestar College voor de keuze is gesteld de theatervoorstelling niet te laten doorgaan of weg te gaan bij de reformatorische school.
Theater is ‘valse getuigenis’
Tegelijkertijd wijst Slob erop dat de achterban van de school moeite kan hebben met theater, omdat deze kunstvorm niet zou passen bij de streng-christelijke identiteit van de school. In reformatorische kringen wordt theater wel gezien als een overtreding van het negende gebod, namelijk ‘Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste’.
Op grond van artikel 7:671 van het Burgerlijk Wetboek (BW) kan een werkgever van een bijzondere school een werknemer ontslaan als die handelt in strijd met de identiteit die voortvloeit uit de godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag van die school. Dit is in het BW opgenomen sinds de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid.
De minister wast zijn handen verder in onschuld, omdat, zoals dat wettelijk is voorgeschreven, een identiteitscommissie van de Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs (VGS) toestemming heeft verleend voor het ontslag. Dit was volgens Slob een onafhankelijke identiteitscommissie.