In het hoofdlijnenakkoord van het beoogde kabinet van PVV, BBB, VVD en NSC staat dat artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs ongewijzigd blijft. Wel zouden er stappen moeten worden gezet om ‘onwenselijke en excessieve elementen als antidemocratisch en antirechtstatelijk onderwijs verder in te perken’.
In het akkoord van de vier rechtse partijen staat ook dat de burgerschapsopdracht wordt aangescherpt ‘om radicalisering te voorkomen’ en dat schoolbestuurders sneller kunnen worden ontslagen als zij de burgerschapsopdracht niet uitvoeren. Er mag volgens de coalitiepartners geen ruimte zijn ‘voor het overdragen van antidemocratische en antirechtstatelijke opvattingen door leraren of in lesmateriaal’.
Het toezicht op informeel onderwijs, zoals dat bijvoorbeeld wordt gegeven op scholen die aan moskeeën zijn gelieerd, ‘wordt wettelijk geregeld zodat signalen van haat en geweld gevolgen krijgen’.
Financiën en personeel
Het hoofdlijnenakkoord gaat ook in op de financiering van het onderwijs. De ‘wildgroei aan subsidies’ moet worden omgezet in ‘solide structurele financiering’. Daarbij komt ‘een norm voor de hoeveelheid onderwijsgeld voor het primaire proces’. Er moet een maximum voor overhead komen en schoolleiders en leraren krijgen ‘zeggenschap’ over de besteding van het geld. Hoe die zeggenschap eruit moet komen te zien, is nog niet duidelijk.
Het personeelstekort in het onderwijs wil de nieuwe coalitie bestrijden door meer in te zetten op zij-instromers, op leraren die fulltime werken en op mannen die voor de klas willen. Dat laatste willen PVV, BBB, VVD en NSC bevorderen door de pabo te splitsen in twee opleidingen om les te geven aan respectievelijk het jongere en het oudere kind. Het idee is dat mannen minder interesse hebben in onderwijs aan het jongere kind en eerder naar de pabo gaan als zij dat niet hoeven te doen.
Curriculum en kerndoelen
Verder staat in het hoofdlijnenakkoord dat de huidige curriculumherziening wordt doorgezet. De kerndoelen worden herzien, het aantal kerndoelen wordt fors verminderd en er wordt focus aangebracht. De basisvaardigheden – lezen, schrijven en rekenen – krijgen ‘absolute prioriteit’. Doelen over relationele en seksuele voorlichting zijn ‘neutraal’ en ‘beter toegesneden op de leeftijd van leerlingen, in het bijzonder in het basisonderwijs’. Onderwijsmethodes moeten ‘bewezen effectief en politiek neutraal’ zijn.
Over passend en speciaal onderwijs staat in het akkoord slechts dat de nieuwe coalitiepartners daar ‘aandacht’ voor hebben. Over voorschoolse opvang en voorschoolse educatie wordt alleen maar opgemerkt dat die ‘belangrijk’ kunnen zijn. Verder staat erin dat scholen ‘binnen een redelijke afstand’ bereikbaar moeten zijn.