De Raad van State adviseert om de Inspectie van het Onderwijs voortaan twee toezichtkaders te laten hanteren: één met daarin het beleid ten aanzien van de uitleg en toepassing van de wet, en een ander waarin de inspectie beschrijft over welke indicatoren zij beschikt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Dit advies van de Raad van State volgt op een een initiatiefwetsvoorstel van het SGP-Tweede Kamerlid Roelof Bisschop, dat mede is ingediend namens het CDA en D66.
Bisschop wil de Wet op het onderwijstoezicht wijzigen om de vrijheid van onderwijs beter te beschermen. Hij wil dat doen door een aantal beperkingen op de onderwijsvrijheid weg te nemen. Het gaat hem niet om de beperkingen die op grond van onderwijswetten aan scholen worden gesteld op het gebied van goed onderwijs, maar om beperkingen die voortvloeien uit de door de inspectie gehanteerde wettelijke kwaliteitsaspecten.
De Raad van State noemt het initiatief van Bisschop ‘een stap in de goede richting’, omdat er nu bij de scholen vaak onduidelijkheid is over het onderscheid tussen wettelijke deugdelijkheidseisen enerzijds en door de inspectie gehanteerde kwaliteitsaspecten anderzijds. Daardoor weten scholen soms niet waaraan zij moeten voldoen. Ook kunnen zij zich volgens de Raad van State in de huidige situatie onvoldoende verweren tegen de kwaliteitsoordelen van de inspectie.
Maar het adviesorgaan van de regering plaatst ook kanttekeningen. De raad vindt dat het wetsvoorstel niet ver genoeg gaat en dat er scherpere keuzes kunnen worden geformuleerd. Zo wordt geadviseerd om de Inspectie van het Onderwijs voortaan twee toezichtkaders te laten hanteren: één met daarin het beleid ten aanzien van de uitleg en toepassing van de wet, en een ander waarin de inspectie beschrijft over welke indicatoren zij beschikt om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
Lees de volledige reactie van de Raad van State op het initiatiefwetsvoorstel.