De rijksoverheid gaat niet van bovenaf bepalen hoe in de provincie Fryslân het vak Fries op de scholen moet worden ingevuld. Dat benadrukt minister Arie Slob voor primair en voortgezet onderwijs in reactie op een advies van het Friese taalexpertisecentrum DINGtiid.
Slob wijst erop dat het zo is geregeld dat de rijksoverheid bijdraagt aan het bevorderen van de positie van de Friese taal in het onderwijs, maar dat de concrete invulling van het Fries in het onderwijs de verantwoordelijkheid is van de provincie Fryslân en de scholen in die provincie. ‘De rijksoverheid kan haar doel het beste bereiken door te faciliteren en financieren, niet door te verplichten’, aldus Slob.
Bevoegdheid Fries verplicht?
Over het advies van DINGtiid om alleen nog maar leraren voor de klas te zetten die een bevoegdheid Fries hebben, merkt Slob op dat hij daar niet over gaat. ‘Het is aan leraren en scholen zelf om te bepalen op welke wijze zij invulling geven aan het onderwijs in de Friese taal. Scholen maken zelf de afweging of zij (uitsluitend) leerkrachten met een bevoegdheid Fries aan wil stellen’, zo staat in de reactie van de minister.
Hij voegt daaraan toe dat het hem gezien het lerarentekort niet verstandig lijkt om scholen aanvullende eisen op te leggen ten aanzien van het aannemen van leraren.
Minimaal twee uur Fries per week?
Het advies van DINGtiid om de Wet op het voortgezet onderwijs te wijzigen om
op die manier twee lesuren Fries te verplichten, is volgens Slob lastig verenigbaar met de intentie van deze wet. ‘Voor geen enkel vak wordt namelijk het aantal wekelijkse
onderwijsuren voorgeschreven. Het totale minimum klokuren is wel wettelijk vastgelegd. Scholen zijn hierbinnen zelf verantwoordelijk voor het bepalen van het aantal lesuren per vak per week.’
‘Ook gaan zij over de afweging of ze Fries al dan niet als keuze-examenvak aanbieden’, aldus Slob.