Aan het gebruik van het Google-programma G Suite for Education kleven privacy-risico’s. Dat melden de onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob in een brief aan de Tweede Kamer.
De ministers baseren zich op een onderzoek dat ze hebben laten uitvoeren door de Hogeschool van Amsterdam en de Rijksuniversiteit Groningen. Een van de resultaten van dit onderzoek is, dat het gebruik van G Suite for Education risico’s met zich meebrengt met betrekking tot de de manier waarop Google omgaat met metadata. Daarmee kan het Amerikaanse techbedrijf bijvoorbeeld zien wat gebruikers aanklikken, hoelang zij ingelogd blijven en welke zoekopdrachten ze gebruiken. Het gaat niet om persoonlijke (adres)gegevens of individuele leerresultaten.
Onvoldoende grip op privacy
Google heeft als standpunt dat het zichzelf als enige verwerkingsverantwoordelijke ziet voor metadata. Dit betekent dat het bedrijf zelf zou mogen bepalen hoe en voor welk doel het metadata verzamelt. Ook heeft Google in de privacy-overeenkomsten opgenomen dat het de voorwaarden rondom metadata eenzijdig mag aanpassen, zonder de gebruiker om toestemming te vragen. ‘Dat betekent dat onderwijsinstellingen (…) geen of onvoldoende grip houden op wat er met deze gegevens gebeurt’, zo benadrukken de ministers. De Autoriteit Persoonsgegevens is om nader advies gevraagd in deze zaak. Het kabinet heeft er bovendien contact over opgenomen met de Europese Commissie.
Uit een reactie van Google wordt niet helemaal duidelijk of het bedrijf zelf of de klanten veel waarde hechten aan privacy. Over de manier waarop het bedrijf omgaat met privacyregels meldt Google letterlijk dit: ‘Hiermee zorgen we ervoor dat onze klanten en partijen zoals beleidsmakers dat we enorm veel waarde hechten aan privacy, beveiliging en compliance.’