De hoofddoelen van 10-14 onderwijs zijn een meer geleidelijke overgang tussen primair en voortgezet onderwijs en onderwijskundige vernieuwing. Op beide terreinen is veel bereikt, maar er zijn ook knelpunten door de huidige wettelijke kaders en verschillende cao’s. Dat staat in de Eindrapportage Monitor 10-14 onderwijs.
De eerste initiatieven voor dit onderwijs startten in 2012 en 2016, met als doel een meer geleidelijke overgang van primair naar voortgezet onderwijs te realiseren. In het schooljaar 2018-2019 waren er twaalf initiatieven. Die hebben alle meegewerkt aan de monitor, die in in de schooljaren 2017-2018 tot en met 2019-2020 in opdracht van het ministerie van OCW is uitgevoerd door bureau Oberon.
Positieve opbrengsten
Uit de monitor blijkt dat in de uitvoering belangrijke vorderingen gemaakt zijn en dat de betrokkenen tevreden zijn. ‘De relatie van leerlingen met hun leraren en medeleerlingen is goed. Ook de leraren waarderen de band met hun leerlingen. Doordat het onderwijs individueler is, ontstaat een meer persoonlijke band’, zo staat in de eindrapportage.
De onderzoekers melden verder dat er bij twee initiatieven succesvol naar wordt gestreefd om segregatie tegen te gaan. Een andere positieve opbrengst is dat 10-14 onderwijs leraren ‘veel energie geeft, door het persoonlijke contact met de leerlingen en het gezamenlijk ontwikkelen van onderwijs’.
Maar ook knelpunten
Uit de monitor komen ook knelpunten naar voren die te maken hebben met de huidige wettelijke kaders. Een fundamenteel knelpunt is het stelsel van bevoegdheden, waardoor er beperkingen zijn voor leraren primair onderwijs om les te geven in het voortgezet onderwijs en vice versa. Als oplossing heeft de minister het experiment Teambevoegdheid gestart. Dit houdt in dat het team dat 10-14 onderwijs geeft, gezamenlijk de benodigde bevoegdheden bezit, zonder dat dit hoeft te gelden voor elke individuele leraar.
Andere knelpunten blijven voorlopig bestaan. Zo verschillen de cao’s voor het primair onderwijs en voortgezet onderwijs van elkaar, waardoor leraren met een bevoegdheid voor po of vo een verschillende waardering krijgen voor dezelfde werkzaamheden. Ook is er administratieve last door gescheiden geldstromen van primair en voortgezet onderwijs en doordat een 10-14 initiatief onder verschillende BRIN-nummers valt.
In oktober 2018 verscheen in magazine Naar School! van VOS/ABB een artikel over de openbare Tienerschool in Sneek: