De leesvaardigheid van Nederlandse leerlingen van 15 jaar holt achteruit, maar op het gebied van wiskunde scoren ze nog steeds hoog. Dat blijkt uit het onderzoek PISA 2018 van de Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
In het rapport staat dat tot 2012 de leesvaardigheidsscores van Nederlandse leerlingen stabiel waren. Daarna werd een dalende trend ingezet die zich vanaf 2015 heeft versterkt. Nu scoren Nederlandse leerlingen duidelijk onder het gemiddelde van 15 lidstaten van de Europese Unie.
Als wordt gekeken naar jongens en meisjes, dan valt net als in voorgaande jaren op dat jongens aanmerkelijk lager scoren op leesvaardigheid dan meisjes.
Nederlandse leerlingen hebben ook minder plezier hebben in lezen dan leeftijdgenoten in andere landen. Nederland staat wat dit betreft zelfs helemaal onderaan. Zes op de tien leerlingen zeggen alleen maar te lezen als dat moet. Vooral jongens balen van lezen; meisjes hebben er meer plezier in.
Leesoffensief
Naar aanleiding van de bevindingen in het PISA-rapport, komen de onderwijsministers Ingrid van Engelshoven en Arie slob met een leesoffensief. Daarin volgen zij een advies van de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur.
Het leesoffensief bestaat uit de volgende maatregelen:
- Een krachtige en samenhangende leesaanpak
- De belangrijke rol van bibliotheken
- Een breder en diverser aanbod van jeugdboeken
Lees meer in deze brief die de ministers naar de Tweede Kamer hebben gestuurd.
Wiskunde
Het onderzoek van PISA richtte zich ook op wiskunde. Eerder signaleerde PISA ook hier een dalende trend, maar die zet niet door: in 2018 lag het niveau van wiskundige geletterdheid hoger dan in 2015. Meisjes maken een duidelijke inhaalslag: hun prestaties zijn nu vergelijkbaar met die van jongens.
Nederland scoort op wiskunde en rekenen duidelijk hoger dan het gemiddelde van de 77 onderzochte landen en staat op nummer 1 als wordt gekeken naar 15 EU-landen.
Natuurwetenschappen
Op het gebied van natuurwetenschappen signaleert PISA weer wel een zich voortzettende dalende trend. Die daling is vooral te wijten aan de jongens. De scores van de meisjes blijven op dit terrein stabiel. Het is voor het eerst dat meisjes het bij natuurwetenschappen beter doen dan jongens.
Internationaal gezien doet Nederland het nog steeds goed. Van de 15 EU-landen staat ons land op het gebied van natuurwetenschappen op de tweede plaats, achter Finland.
Gezinsachtergrond
PISA signaleert net als in voorgaande jaren dat de gezinsachtergrond veel invloed heeft op de prestaties van leerlingen. Kinderen met hoogopgeleide ouders doen het duidelijk beter dan kinderen met laagopgeleide ouders.
Migratieachtergrond is ook bepalend. Kinderen uit gezinnen waar thuis Nederlands wordt gesproken, scoren aanmerkelijk hoger dan kinderen uit gezinnen waar een andere taal wordt gesproken. Dat verschil in negatieve zin is het grootst bij kinderen uit gezinnen met een niet-Europese achtergrond.