Liedjesschrijvers Paul Passchier en Thedo Keizer hebben in het kader van de discussie rond het vermeende koloniale karakter van Zwarte Piet de sinterklaasliedjes herschreven. Piet is niet meer zwart, en ook geen knecht meer.
‘Er móést iets aan de teksten gebeuren’, zegt Passchier in het Algemeen Dagblad. ‘Het feest is met de tijd meegegaan, maar aan sommige liedjes is sinds 1850 geen letter veranderd.’ Hij lanceert met Keizer een nieuw standaardwerk voor de basisscholen.
De teksten zijn niet alleen aangepast in het kader van de discussie over Zwarte Piet, maar ook om ze meer te laten aansluiten op het huidige taalgebruik. Bovendien zijn verwijzingen naar stoute kinderen en dergelijke eruit gehaald.
Een voorbeeld van een liedje dat is aangepast, is ‘Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht’. Daarvan luidt het begin in de versie van Passchier en Keizer als volgt:
Sinterklaasje, kom maar binnen met je Piet,
want we zingen allemaal blij een lied.
De stoute kinderen zijn verdwenen:
En we zingen en we springen
en we zijn zo blij,
en we dansen samen,
zij aan zij.
Een ander voorbeeld is dit fragment uit ‘Zie ginds komt de stoomboot’:
Kijk, Piet staat te lachen
en roept naar de kant:
‘Ik heb genoeg lekkers
voor heel Nederland!’
Een voorbeeld van modern taalgebruik is dat er geen kaatsenballen meer in schoenen worden gevonden, maar chocomunten. ‘Want wie weet nog wat kaatsenballen zijn?’, vraagt Passchier zich retorisch af. Hoewel de zin ‘Vol verwachting klopt mijn hart’ ouderwets klinkt, is die gehandhaafd. ‘Want die ene zin zit in onze cultuur ingebakken’, aldus de liedjesschrijver.