In alle grensdorpen in Zeeuws-Vlaanderen zouden peuterklassen moeten komen om de trend te keren dat steeds meer kinderen naar een school in België gaan. Dat zegt bestuursvoorzitter Peter de Jong van Onderwijsgroep Perspecto tegen Omroep Zeeland.
In Zeeuws-Vlaanderen begon in 2011 een proef om leerlingen al vanaf 2,5 jaar toegang te geven tot de basisschool. De proef in enkele grensdorpen staat onder andere in het teken van het keren van de trend dat steeds meer Zeeuws-Vlaamse ouders kiezen voor basisonderwijs in België.
Kinderen kunnen in Vlaanderen al vanaf 2,5 jaar terecht in het basisonderwijs. Op die manier hoeven ouders geen gebruik te maken van de dure Nederlandse kinderopvang. De basisscholen in Vlaanderen kennen slechts een geringe ouderbijdrage. Bovendien is de buitenschoolse opvang er spotgoedkoop.
Toenmalig minister Marja van Bijsterveldt van OCW zei dat zij met deze proef basisscholen de helpende hand wilde bieden om de terugloop van het aantal leerlingen tegen te gaan. ‘Het is belangrijk dat leerlingen in hun eigen buurt of dorp op school kunnen blijven. Dat is goed voor de leefbaarheid in de dorpen en de menselijke maat’, aldus Van Bijsterveldt in 2011.
Bestuursvoorzitter De Jong van Onderwijsgroep Perspecto, met in totaal 31 openbare, rooms-katholieke en protestants-christelijke scholen in de gemeenten Hulst en Terneuzen, zegt nu dat de proef met peuterklassen wat hem betreft moet worden uitgebreid tot alle grensdorpen in Zeeuws-Vlaanderen. ‘We zijn in overleg met de gemeenten en met het ministerie om dit voor elkaar te krijgen’, aldus De Jong op Omroep Zeeland.