Om pesten aan te pakken is het van belang dat op scholen het gesprek wordt gevoerd over complexe thema’s. Daarmee kan namelijk wederzijds begrip worden vergroot. Dat benadrukt demissionair onderwijsminister Arie Slob naar aanleiding van nieuwe cijfers over pesten.
Over het geheel genomen blijkt dat het percentage gepeste kinderen stabiel is gebleven. Slob noemt dat ‘relatief positief’, gezien de bijzondere situatie in het primair en voortgezet onderwijs vanwege de coronalockdowns. Tegelijkertijd benadrukt hij dat elk gepest kind er één te veel is.
Uit de nieuwe cijfers blijkt dat de redenen waarom leerlingen worden gepest, met name in het voortgezet onderwijs zijn verschoven. ‘Er is een stijging te zien in gepest worden vanwege het uiterlijk, seksuele oriëntatie en genderidentiteit en de schoolprestaties en een daling vanwege gedrag’, zo meldt Slob.
Hij noemt het zorgelijk dat er sprake is van een stijging van het aantal leerlingen dat aangeeft gepest te worden omdat zij zich identificeren als LHBTI. In 2018 gold dit voor 11% en in 2021 voor 15% van de gevallen.
Burgerschap
De minister vindt dat scholen het gesprek moeten voeren over complexe situaties om wederzijds begrip voor elkaar te vergroten. Dat kan er volgens hem voor zorgen dat pesten afneemt. Hij wijst erop dat dit een van de doelen is van de nieuwe burgerschapswet.