Profielscholen mogen een vrijwillige ouderbijdrage vragen voor langdurige extracurriculaire activiteiten, maar zij moeten zich daarbij wel houden aan de nieuwe wet over de vrijwillige ouderbijdrage. Dat staat in een brief aan de Tweede Kamer van onderwijsminister Arie Slob.
Profielscholen zijn scholen voor voortgezet onderwijs die aanvullend op het reguliere onderwijs een extra programma aanbieden. Voorbeelden zijn topsporttalentscholen, cultuurprofielscholen, technasia en scholen met tweetalig onderwijs.
Deze scholen vrezen in geldnood te komen vanwege de wet die uitsluiting van leerlingen verbiedt, ook als de vrijwillige ouderbijdrage niet is betaald. Deze wet was een initiatief van de Tweede Kamerleden Peter Kwint (SP) en Lisa Westerveld (GroenLinks). Nadat de Tweede Kamer ermee akkoord was gegaan, stemde in juli jongstleden de Eerste Kamer er ook mee in.
Intentie van de wet
Het profielenberaad, waarin de profielscholen zijn verenigd, wilde een onderscheid kunnen maken tussen leerlingen van wie de ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet kúnnen betalen en leerlingen van wie de ouders dat wel kunnen, maar niet wíllen. De wet voorziet daar niet in, stelt minister Slob. Tegelijkertijd merkt hij op dat door een amendement van Tweede Kamerlid Paul van Meenen (D66) het wel mogelijk is om voor langdurige extracurriculaire activiteiten een vrijwillige ouderbijdrage te vragen.
De minister voegt hieraan toe, dat binnen een verband van scholen een code kan worden opgesteld voor een regeling voor leerlingen van wie de ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet betalen. ‘Deze regeling moet voorkomen dat profielscholen door verminderde ouderbijdragen hun onderwijsprogramma niet meer zouden kunnen financieren’, aldus Slob. Hij benadrukt dat profielscholen met een eventuele regeling niet tegen de intentie van de wet mogen ingaan. Met andere woorden: profielscholen mogen leerlingen nooit van extracurriculaire activiteiten uitsluiten, ook niet als de vrijwillige ouderbijdrage niet is betaald.