Het kabinet verwacht niet dat leerlingen uit het praktijkonderwijs minder kansen hebben op de arbeidsmarkt nu de Participatiewet is ingevoerd. Dat blijkt uit antwoorden van staatssecretaris Sander Dekker van OCW op Kamervragen.
De PvdA-Kamerleden John Kerstens en Loes Ypma wilden van Dekker weten of hij in het kader van de Participatiewet de specifieke positie van leerlingen in het praktijkonderwijs ‘erkent en herkent’. De staatsscretaris antwoordt dat het kabinet beseft ‘dat veel leerlingen in het praktijkonderwijs (evenals leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs) een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben’.
Daarom is het beleid er volgens hem op gericht om ‘deze leerlingen in beeld te houden, waar nodig de benodigde ondersteuning te bieden en er zorg voor te dragen dat de 125.000 extra banen van de banenafspraak bereikbaar zijn voor deze leerlingen, voor zover zij niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen’.
Hij wijst er ook op dat de gemeenten verantwoordelijk zijn voor leerlingen die uitstromen uit het praktijkonderwijs en die ondersteuning nodig hebben bij de toeleiding naar werk.