De lokale Amsterdamse krant Het Parool kopt dat het lerarentekort in het Amsterdamse basisonderwijs na een afname weer met 20% is toegenomen. Dat kan echter op basis van informatie van de gemeente Amsterdam niet worden gesteld, omdat de hoofdstad is overgestapt op een andere meetmethodiek.
De Amsterdamse onderwijswethouder Marjolein Moorman heeft de Tweede voortgangsrapportage Lerarenagenda gepresenteerd. Daarin staat dat het lerarentekort in het Amsterdamse basisonderwijs minder groot is dan verwacht. ‘Aan de start van de Lerarenagenda verwachtten we (…) een verdubbeling van het tekort in 2021 ten opzichte van 2019. Dit is gelukkig geen realiteit geworden’, aldus Moorman.
Zij voegt daaraan toe dat in oktober 2020 het lerarentekort ten opzichte van een jaar eerder was afgenomen van 12,6% naar 10,3%. Deze afname met 2,3 procentpunt kwam overeen met een daling van het Amsterdamse lerarentekort met ruim 18%.
Nieuwe methodiek
Voor de meting van het lerarentekort in het basisonderwijs is Amsterdam dit jaar aangesloten bij de methodiek van het ministerie van OCW, die de gemeenten Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere al langer gebruiken. ‘De nieuwe meting laat een tekort zien van 12,5% in februari 2021, een lager percentage dan in de steden Almere en Den Haag. Door de overstap is een vergelijking met eerdere cijfers nu niet mogelijk’, aldus Moorman.
De kop van Het Parool dat het lerarentekort in het Amsterdamse basisonderwijs met 20% is toegenomen, strookt dus niet met wat in de voortgangsrapportage staat en wat Moorman meldt.