De Universiteit voor Humanistiek (UvH) start een onderzoek naar vrijheid en gelijkheid in het onderwijs. Dit onderzoek richt zich op wenselijke uitgangspunten volgens burgers en onderwijsprofessionals.
De vrijheden en verantwoordelijkheden van scholen zijn in Nederland vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Welke vrijheden en verantwoordelijkheden scholen zouden moeten hebben, is al decennia blijvend voer voor discussie. Een relevante vraag voor politiek en samenleving anno nu is of het grondwetartikel uit 1917 nog wel aansluit bij huidige visies op goed onderwijs en ontwikkelingen in de samenleving.
Discussies over wenselijke vrijheden en verantwoordelijkheden van scholen worden vaak gevoerd aan de hand van incidenten. Maar weten we eigenlijk wel – los van deze incidenten – hoe burgers in Nederland denken over de vrijheden en verantwoordelijkheden van scholen? En wat betrokkenen als ouders, docenten, directeuren en bestuurders vinden van de impact van artikel 23 op ons huidige onderwijslandschap?
De UvH begint een twee jaar durend onderzoek waarin deze vragen centraal staan, mede gefinancierd door de verenigingen voor openbaar onderwijs VOS/ABB en VOO.
Vrijheden en verantwoordelijkheden
Iedereen in Nederland mag een school beginnen. Deze vrijheid is vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Zo kunnen ouders voor hun kind kiezen voor een school die past bij hun opvattingen. De overheid stelt wel eisen aan de kwaliteit van het onderwijs en moet daarnaast ook zorgen voor voldoende openbaar onderwijs.
De onderzoekers willen graag te weten komen wat burgers en betrokkenen vinden van deze wettelijk verankerde vrijheden en verantwoordelijkheden. Vinden zij levensbeschouwelijke vorming, bijvoorbeeld, ook een taak van het onderwijs? Zou dit op alle scholen moeten plaatsvinden en op welke manier? En zijn er in dit kader verschillen tussen verschillende groepen mensen?
In de studie verkennen de onderzoekers de samenhang tussen kenmerken van verschillende groepen mensen en hun denkbeelden over huidige en wenselijke vrijheden en verantwoordelijkheden van het onderwijs. Het onderzoek bestaat uit een vragenlijstonderzoek en een verdiepend onderzoek met interviews.
UvH-onderzoeker Isolde de Groot legt uit: ‘We willen aandachtspunten en vergezichten in kaart brengen die kunnen bijdragen aan de maatschappelijke en politieke discussies. Zodat we ook op basis van empirisch onderzoek mogelijke en wenselijke ontwikkelingen in beleid en praktijk kunnen verkennen.’