Ministers Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) willen onderzoeken wat de effecten zijn van het samenvoegen van peuter- en kleutergroepen. Dat schrijven zij in een brief aan de Tweede Kamer.
De ministers noemen het integreren van peuter- en kleutergroepen ‘een kansrijke maatregel om de overgang naar de basisschool te versoepelen’. Bij het onderzoek, dat Van Gennip en Wiersma ‘op termijn’ willen starten, zal worden getoetst wat het effect is van het structureel samenvoegen op het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen, en de kwaliteit en veiligheid.
Het samenvoegen van peuter- en kleutergroepen is een van de mogelijke oplossingen die de ministers in hun brief noemen om knelpunten weg te nemen bij de samenwerking tussen de kinderopvang en het onderwijs. Zij noemen een goede samenwerking tussen de twee sectoren essentieel. ‘Een betere samenwerking leidt tot betere kwaliteit van onderwijs en kinderopvang, en maakt beide sectoren aantrekkelijker voor professionals om in te werken. Ook kan door een goede samenwerking de ontwikkeling van het kind beter ondersteund worden’, aldus Van Gennip en Wiersma.
Volle kracht
De Tweede Kamer had via een motie van de leden Fonda Sahla (D66) en Senna Maatoug (GroenLinks) de ministers gevraagd om een overzicht van bij hen bekende knelpunten en mogelijke oplossingen. Naast de overgang van kinderopvang naar basisonderwijs zijn ook interprofessioneel samenwerken en een gelijk speelveld bij kinderopvang en primair onderwijs gebieden waar volgens Van Gennip en Wiersma nog verbetering mogelijk is. Ze moedigen sectorpartijen aan om ‘op volle kracht’ door te gaan met de acties die al lopen om de knelpunten weg te nemen.