‘Beschikbaar geld is niet verdwenen’, benadrukt demissionair staatssecretaris Sander Dekker van OCW in reactie op twee onderzoekers die stellen dat extra geld dat naar de lumpsumfinanciering van het voortgezet onderwijs is gegaan niet te traceren is.
Oud-docent bedrijfskunde Hans Duijvestijn en wiskundeleraar Frans van Haandel vinden dat er een onderzoek moet komen naar de doelmatigheid van de investeringen in de lumpsum van het voortgezet onderwijs. Op basis van eigen onderzoek concluderen zij dat niets van het extra geld dat in de periode 2002-2015 naar de lumpsum van het voortgezet onderwijs is gegaan om de werkdruk te verlagen, heeft geleid tot meer docenten.
Zij stellen dat in verhouding tot het aantal leerlingen het aantal docenten met 6 procent is gedaald. Ook is volgens hen niets van het extra geld naar kleinere klassen gegaan. Duijvestijn en Van Haandel claimen dat de gemiddelde groepsgrootte met 8,3 procent is gestegen. Het extra geld is evenmin besteed, zo schrijven zij, aan hogere salarissen. Het reële salaris van docenten is volgens hen met ruim 2 procent gedaald.
‘Ons advies aan politici die in de kabinetsformatie moeten beslissen over investeringen om de werkdruk in het onderwijs te verlichten: onderzoek eens grondig hoe het komt dat in de afgelopen 15 jaar niets van de extra overheidsuitgaven via de lumpsum is terechtgekomen bij klassenverkleining, teamuitbreiding en docentensalaris, met als gevolg dat het hele veld klaagt over te hoge werkdruk en een tekort aan gekwalificeerde docenten’, aldus Duijvestijn en Van Haandel.
Eenzijdig en schadelijk onderzoek
Dekker schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat het onderzoek van Duijvestijn en Van Haandel een eenzijdig beeld schetst. Het doet volgens hem ‘geen recht aan de inzet van beschikbare middelen’ en leidt tot een ‘onterecht en schadelijk beeld’.
De staatssecretaris wijst erop dat schoolbesturen mede door het extra geld in staat zijn gesteld om kwalitatief goed onderwijs aan te bieden, hun cao-afspraken te bekostigen en uitvoering te geven aan overige afspraken en doelen. ‘Beschikbaar geld is niet verdwenen’, zo benadrukt hij.
.