Maak serieus werk van Europees onderwijsbeleid, adviseert de Onderwijsraad aan de regering. Dit advies heeft nadrukkelijk óók betrekking op het primair en voortgezet onderwijs.
De Onderwijsraad constateert dat Nederland tot nu toe een afwachtende houding aanneemt die geen recht doet aan de toenemende invloed van Europa op het onderwijs. De raad beveelt de onderwijsministers Robbert Dijkgraaf en Dennis Wiersma daarom aan om in samenspraak met het onderwijsveld te zorgen voor een strategische agenda, die duidelijkheid biedt over de Nederlandse ambities voor Europees onderwijsbeleid.
De raad benadrukt dat dit óók betrekking heeft op het funderend onderwijs. Zo is het voor het primair onderwijs in Nederland interessant om te weten hoe andere EU-landen omgaan met lerarentekorten en wil het Nederlandse voortgezet onderwijs meer weten over de inzet van technologie in het onderwijs in andere Europese landen. De raad merkt bovendien op dat de EU wil dat in 2030 bijna alle jonge kinderen voor- en vroegschoolse educatie krijgen.
Als de regering serieus werk maakt van Europees onderwijsbeleid, kan er focus en houvast ontstaan voor het onderwijsveld en de overheid. Nederland kan dan volgens de Onderwijsraad beter dan nu het geval is inspelen op kansen en risico’s van Europees onderwijsbeleid en daar zelf aan bijdragen.