In de onderwijsbegroting 2017 staat onder andere dat het kabinet tot en met 2021 structureel 200 miljoen euro per jaar uittrekt voor onder andere een verzachting van een bezuiniging op de lumpsumfinanciering. Dit kan, zoals het kabinet creatief doet, worden gezien als een extra investering in onderwijs, maar in feite betreft het een minder grote bezuiniging dan het kabinet aanvankelijk had voorzien.
Van de 200 miljoen euro, die zou moeten worden gefinancierd op basis van toekomstige meevallers, is 133 miljoen bestemd voor een verzachting van een lumpsum- en subsidietaakstelling. Dit zorgt er volgens het kabinet voor dat het ministerie van OCW in staat blijft te investeren in bijvoorbeeld de kwaliteit van leraren en schoolleiders.
De lumpsum- en subsidietaakstelling (bezuiniging) voor het primair onderwijs was voor 2017 vastgesteld op 70,4 miljoen euro. Dat wordt verzacht met ruim 30,6 miljoen euro en vanaf 2018 tot en met 2021 met ruim 27,7 miljoen euro per jaar.
Voor het voortgezet onderwijs geldt dat de bezuiniging op lumpsumfinanciering en subsidies van aanvankelijk bijna 64,7 miljoen in 2017 met bijna 47,7 miljoen wordt verminderd en in de jaren daarna tot en met 2021 met bijna 50 miljoen euro.
Kansengelijkheid, asielzoekerskinderen, voorschool en toezicht
Er wordt tot en met 2021 structureel 25 miljoen euro per jaar geïnvesteerd om kansengelijkheid in het onderwijs te bevorderen, bijvoorbeeld door te investeren in flexibilisering en maatwerk voor een betere doorstroom tussen onderwijsniveaus (stapelen).
In de begroting staat ook dat er extra geld gaat nar aanvullende bekostiging van scholen met asielzoekerskinderen. Zo gaat er 15 miljoen euro naar aanvullende bekostiging in het tweede jaar van asielzoekerskinderen in het primair onderwijs.
Er wordt 5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOAB). Dit geld komt specifiek ten goede aan kleine gemeenten die deze uitkering ontvangen voor voorschoolse educatie. Een geplande bezuiniging van 10 miljoen euro op het GOAB wordt doorgeschoven naar 2018.
De Inspectie van het Onderwijs krijgt 2 miljoen euro extra om binnen het nieuwe (gedifferentieerde) toezicht alle scholen in het funderende onderwijs eens in de vier jaar te bezoeken.
PO-Raad: ‘Magere beloftes’
De PO-Raad vindt op basis van de begrotingscijfers dat het kabinet magere beloftes doet aan het primair onderwijs. Het positieve nieuws van het kabinet is volgens de sectororganisatie ‘vooral gestoeld op gegoochel met cijfers’.
Over de 15 miljoen euro die het kabinet uittrekt voor onderwijs aan asielzoekerskinderen, merkt de PO-Raad op dat eerder 24 miljoen euro was toegezegd. Ook op andere punten is er volgens de sectororganisatie sprake van ‘een vertekend beeld’.
VO-raad: ‘Rookgordijn’
De VO-raad noemt het onwenselijk dat investeringen in het kader van politieke prioriteiten worden gefinancierd met bezuinigingen op de lumpsum. ‘Nadere bestudering van de begroting maakt duidelijk dat er mogelijk een extra bezuiniging aankomt. Het lijkt erop dat het ministerie een rookgordijn heeft opgeworpen om deze aanvullende bezuiniging weg te moffelen.
De sectororganisatie van het voortgezet onderwijs zegt dan ook ‘uiterst kritisch’ te zijn ‘over de optimistische toon van de bewindslieden en het ministerie waarbij gesproken wordt over ‘extra geld voor onderwijs”.
AOb en CNV Onderwijs: ‘Extra bezuiniging’
De Algemene Onderwijs (AOb) stelt op basis van de begrotingscijfers dat er medio 2017 een extra bezuiniging van 150 miljoen euro op onderwijs aankomt. ‘Met twee forse bezuinigingen op onderwijs regeert dit kabinet over zijn graf heen’, zegt AOb-voorzitter Liesbeth Verheggen.
CNV Onderwijs voorziet zelfs een structurele bezuiniging van 400 miljoen euro per jaar op onderwijs. Voorzitter Loek Schuler van CNV Onderwijs zegt ‘ronduit teleurgesteld’ te zijn.
‘Als we gaan rekenen dan blijkt tegenover de ‘investering’ van 200 miljoen die de regering met veel bombarie brengt, ook een bezuiniging van ruim 400 miljoen euro per jaar te staan. Kortom het onderwijs wordt enorm gekort.’