De nieuwe regering moet met een nationaal herstelplan komen om de kwaliteit van het onderwijs op orde te brengen. Dat benadrukt NSC-partijleider Pieter Omtzigt in zijn H.J. Schoollezing.

In zijn lezing wijst hij erop dat het onderwijs tot de kerntaken van de overheid behoort. Omtzigt refereert daarbij aan lid 2 van artikel 23 van de Grondwet. Daarin staat dat het onderwijs voorwerp is van ‘de aanhoudende zorg der regering’. De overheid heeft deze grondwettelijke plicht ‘ernstig verwaarloosd en een prachtige positie nodeloos uit handen gegeven’. Met dat laatste bedoelt hij dat het onderwijs in Nederland in internationale ranglijsten geen topposities meer inneemt.

‘We storten neer’

Hij noemt de leesvaardigheid van leerlingen in Nederland dramatisch. ‘Leesvaardigheid is essentieel om toegang te krijgen tot kennis in vrijwel elk vakgebied, van wiskunde en wetenschap tot geschiedenis en talen. Complexe teksten begrijpen, kritisch denken en informatie verwerken – het begint allemaal bij leesvaardigheid. Hier dalen we niet, we storten neer’, aldus Omtzigt.

Onderdeel van het nationaal herstelplan waar Omtzigt op aandringt, is dat er meer nadruk moeten komen op kennisoverdracht en op basisvaardigheden, zoals lezen, rekenen en wiskunde. Ook benadrukt hij dat de nieuwe regering onder leiding van Dick Schoof ervoor moet zorgen dat scholen bewezen effectieve lesmethodes moeten gebruiken. Leerlingen krijgen nu volgens hem onderwijs via methodes waarvan niet met zekerheid kan worden gezegd dat ze daadwerkelijk resultaat opleveren. ‘Zonder al te veel fantasie’ kan daarin een verklaring worden gezien ‘voor onze dramatische daling in de internationale ranglijsten’, aldus de NSC-leider.

Herinvoering van de hbs (hogereburgerschool) zou wat hem betreft een goede optie zijn om de kwaliteit van het onderwijs op orde te brengen. Hij noemt de invoering van de hbs (bij de Wet op het middelbaar onderwijs uit 1863) een geslaagde onderwijshervorming. ‘Die wordt zelfs in verband gebracht met de vele Nobelprijzen die we wonnen aan het begin van de twintigste eeuw.’

Kansengelijkheid

Een ander punt dat Omtzigt noemt, is de opkomst van particulier onderwijs in Nederland. Die opkomst vindt hij kwalijk en hier noemt hij het Verenigd Koninkrijk als schrikbeeld. ‘Als een deel van de samenleving het zich kan veroorloven om een eigen onderwijsstelsel op te zetten en te betalen buiten het nationale stelsel om, dan krijg je een zeer sterke klassenmaatschappij die zichzelf in stand houdt. In Nederland zien we het begin van zo’n ontwikkeling. We zien de contouren van een onderwijsstelsel dat deels privaat is georganiseerd. Met massale inzet van betaalde bijlessen, met examentraining – maar niet voor iedereen. Ongelijkheid neemt toe, kansengelijkheid neemt af.’

Ook noemt hij de overhead in het onderwijs. Die dient fors te worden teruggedrongen, vindt Omtzigt. Scholen moeten wat hem betreft aangeven hoeveel van het geld dat zij krijgen naar het primaire proces gaat. Dit advies is niet nieuw: de commissie-Dijsselbloem, die onderzoek deed naar onderwijsvernieuwingen, kwam hier in 2007 al mee.

Lees de H.J. Schoolezing van Pieter Omtzigt of luister de lezing hieronder terug.

Deel dit bericht: